Onderstaand Natuurbericht werd geschreven naar aanleiding van een publicatie in PlosONE van een onderzoek dat in 2008 gezamenlijk opgezet, uitgevoerd en uitwerkt werd door de auteurs. Bionet Natuuronderzoek. De coördinatie lag in handen van Bionet.
Zwermende vleermuizen inspecteren winterverblijven
Vleermuizen gebruiken hun winterslaapplaatsen niet alleen in de winter. Ze gaan er ook zwermen: vleermuizen uit verschillende kolonies of groepen vliegen er heen, gaan er dan druk rond fladderen en ontmoeten er dan hun paringspartners. In een recente publicatie van de hand van Jaap van Schaik , René Janssen, Thijs Bosch, Anne-Jifke Haarsma, Jasja J. A. Dekker en Bart Kranstauber wordt aangetoond dat de soortsamenstelling van de dieren die zwermen bij winterverblijven en die er winterslaap houden verband houden met elkaar. Dit betekent dat een verstoring in het ene seizoen, een groot effect kan hebben op het andere. Zowel paring als de overleving in de winter zijn van levensbelang voor het voortbestaan van de vleermuispopulaties. Hierdoor is het dus noodzakelijk dat winterverblijven ook in de paartijd beschermd gaan worden.
Een bijzonder gedrag van vleermuizen tijdens het najaar is zwermen. Al vliegend voor de opening van potentiële winterverblijf wordt er in grote aantallen door en langs elkaar gevlogen. Dit zwermen gebeurt op allerlei plekken, waaronder bij de mergelgroeven in Limburg. Lang was er discussie onder vleermuisonderzoekers welke functie dit zwermen had. Vaak werd gesuggereerd dat het zwermgedrag enkel was om te paren, want bij het zwermen gevangen dieren bleken seksueel actief te zijn en zwermen werden parende dieren waargenomen.
Recent gepubliceerd onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE toont aan dat zwermgedrag en winterslaap met elkaar verbonden zijn. Het laat daarmee zien dat er een correlatie is tussen zwermen bij en winterslaap in een winterverblijf. Dit zou kunnen betekenen dat het zwermen een rol speelt bij het ontdekken van en delen van informatie over winterverblijven en de mate waarin een winterverblijf wordt gebruikt.
Het gepubliceerde onderzoek vergelijkt de vangsten van 66 nachten onderzoek met mistnetten voor ingangen van groeven met de tellingen van winterslapende dieren van dezelfde groeves die gedaan zijn door vrijwilligers van het Meetnet Wintertellingen van de Zoogdiervereniging. Uit deze vergelijking blijkt dat de samenstelling van de soorten in de zwermfase en de overwinterende dieren overeenstemmen.
Vleermuizen kiezen dus zeer waarschijnlijk voor een zeer specifiek winterobject om de kwetsbare winterperiode door te komen op basis van bepaalde eigenschappen. Het onderzoek toont daarnaast aan dat door zwermende dieren te vangen, het mogelijk is in te schatten welke vleermuissoorten in welke samenstelling een winterverblijf gebruiken om te overwinteren.
Verschil in eigenschappen van winterverblijven blijken verschillende samenstellingen van vleermuizen aan te trekken, waarbij de diversiteit van winterverblijven van belang is voor de soortenrijkdom. Omdat zwermen en winterslaap zo sterk aan elkaar gebonden zijn, moet niet alleen de winterslaapperiode, maar ook het zwermen ongestoord kunnen gebeuren om vleermuizen te beschermen.
Het onderzoek toont daarnaast nog maar eens aan dat verschillende vleermuissoorten verschillende zwermperiodes hebben. Daarom is het van belang vanaf eind juli tot half oktober bij zwermplaatsen tussen 22:00-2:00 rust te hebben en dat deze plaats donker is. De meeste vleermuissoorten zijn namelijk lichtschuw.
Het artikel is gratis te lezen via de volgende link:
http://dx.plos.org/10.1371/journal.pone.0130850