Inventarisatie van oudbos- gebieden in Haspengouw

In opdracht van het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) zijn deze zomer door Bionet Natuuronderzoek zogenaamde “oudbos- gebieden” één nacht per gebied geïnventariseerd op vleermuizen. Oudbos zijn bossen die vanaf de eerste bekende topografische kaarten van Ferraris bebost zijn gebleven. Door de ecologie van verschillende vleermuissoorten, zijn deze bossen mogelijk het meest ecologisch interessant voor boombewonende vleermuissoorten.

Tijdens deze inventarisatie zijn 11 vleermuizensoorten waargenomen en tevens gevangen, waardoor van veel soorten voortplantingspopulaties konden worden aangetoond. De de op voortplanting wijzende ingekorven-, bos-, en Bechsteins vleermuizen kregen een miniatuurzenderstje op hun rug geplakt, wat leidde tot de vondst van verschillende nieuwe (bosvleermuis) en herbevestigde (Bechsteins) kraamkolonies. De ingekorven vleermuis werd gevolgd maar kon niet terug worden gevonden in de kolonie, ondanks intensief zoeken, ook vanuit de lucht.

Kolonie bosvleermuis_RJA0111 Twee zwermende bosvleermuizen tijdens de vondst van dit vierde kraamverblijf voor Vlaanderen in Haspengouw.

Boomgaarden voor vleermuizen!?

Haspengouw staat bekend om haar fruitteelt. Hoogstamboomgaarden worden gezien als soortenrijke hotspots, maar laagstamboomgaarden blijken ook van wezenlijke waarde door hun soortenrijkdom. Vleermuizen bijvoorbeeld gebruiken boomgaarden als fourageergebied en uit diverse studies blijkt dat vleermuizen zeer belangrijke natuurlijke predatoren zijn. In Europa is dit voor de fruitteelt voor onder andere vastgesteld bij de bestrijding van grote appelbladroller en meikevers. Dit jaar willen we onderzoeken welke vleermuissoorten op andere pestinsecten zoals de verschillende soorten stinkwantsen maar ook Aziatische fruitvlieg foerageren. Ook willen we inventariseren welke vleermuizen in de Haspengouwse boomgaarden foerageren. Maar het belangrijkste is wel dat we fruittelers willen informeren en adviseren hoe zij optimaal kunnen profiteren van vleermuizen als bestrijders van plaaginsecten binnen IPM.

Tijdens dit project proberen we tips en trucs te vinden voor het aantrekkelijk maken van boomgaarden voor vleermuizen, mede door verspreidingsonderzoek te doen naar vleermuizen in boomgaarden en plantages.

Het project wordt uitgevoerd met een Biodiversiteitssubsidie van de Provincie Limburg door SEVON, Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, de gemeente Riemst, Limburgs Landschap vzw en pcfruit. Bionet voert een deel van de werkzaamheden in opdracht van SEVON uit.

Stallen: Snackbars voor vleermuizen – Limburg (Be)

In de zomers van 2013 en 2014 heeft Bionet Natuuronderzoek bijgedragen aan het onderzoek naar vleermuizen in veestallen in Vlaams Limburg. Hierbij onderzochten we met een groep het voorkomen van vleermuizen in 40 veestallen. Het doel van dit onderzoek was drieledig:
1) Een beter zicht krijgen op het gebruik van stallen door vleermuizen,
2) Informatie verstrekken aan landbouwers over het belang van stallen voor vleermuizen en
3) Het vinden van kraamkolonies van zeldzame en kwetsbare soorten om deze te kunnen beschermen. In dit artikel wordt verslag gedaan van het onderzoek.

Stallen, snackbars voor vleermuizen

Cameraval.eu

Sinds 15 januari is Cameraval.eu online. Bionet Natuur ondersteunt deze webwinkel voornamelijk met inhoudelijke input over het gebruik van cameravallen in natuuronderzoek.
Cameraval.eu probeert met haar ervaring met veelvuldig gebruik van verschillende soorten en typen cameravallen mensen te adviseren in haar aanschaf van cameravallen. Een gelikt verkoopverhaal is het laatste wat ze probeert te geven!
De onderdelen Cameraval kiezen en Tips & Trics zijn hier de meest zichtbare voorbeelden van, maar ook door de website heen zijn de ervaringen verweven.
Bij vragen, mail of bel vooral. We geven graag advies!

Like vooral ook de Facebookpagina Cameraval.eu, zodat je automatisch op de hoogte wordt gehouden van foto’s & videobeelden, nieuwe ideeën alsook nieuwe producten die verschijnen.

Boommarter terug in Zuid-Limburg

Op zondag 15 november 2015 bracht Ark Natuurontwikkeling een Natuurbericht uit waarin het melding maakt van de cameravalwaarnemingen van boommarters in het Vijlenerbosch tussen juni 2014 en maart 2015. Eerder werden wel losse meldingen gedaan, cameravalfoto’s tot 200 over de grens (2010 & 2013). Nu werd deze fraaie soort voor een langere periode achter elkaar vastgesteld in Zuid-Limburg, waardoor kan worden aangenomen dat de boommarter weer terug is in Zuid-Limburg.
Boommarter in het Vijlenerbosch

Vara Vroege Vogels belde voor een kort interview, dat via deze link vanaf 41:40 is terug te luisteren. .

Succesvolle mitigatie ingekorven vleermuisverblijf

Op 28 september verscheen in het Waalse vleermuistijdschrift Echo de Rhinos editie 88 een succesverhaal van Pierrette Nyssen, Daan Dekeukeleire en René Janssen over de succesvolle mitigatie van een verblijfplaats van de streng beschermde ingekorven vleermuis Myotis emarginatus. Dit werd gedaan door de inzet van Swaenen-boxen.
Het artikel (in het Frans) is als pdf te downloaden door op het plaatje te klikken.

Artikel WK1

Een artikel over het ruimtelijke gedrag van eerste gezenderde wilde kat in Limburg van de hand van Jasja Dekker, René Janssen, Anke Brouns, Leo Linnartz en Jaap Mulder stond vandaag in het Natuur Historisch Maandblad

Het eerste dier konden we gedurende 3,5 maand volgen. Het gebruikte voornamelijk bos, bleef ver van gebouwen en had een groot activiteitsgebied. Het dier werd een maand na de laatste locatiebepaling dood teruggevonden langs de Geul. Op basis van het terreingebruik en de vermoedelijke doodsoorzaak worden een aantal aanbevelingen gedaan om het gebied veiliger te maken voor deze prille populatie Wilde katten. De PDF is via deze link te downloaden.

Natuurbericht naar aanleiding van PlosONE artikel

Onderstaand Natuurbericht werd geschreven naar aanleiding van een publicatie in PlosONE van een onderzoek dat in 2008 gezamenlijk opgezet, uitgevoerd en uitwerkt werd door de auteurs. Bionet Natuuronderzoek. De coördinatie lag in handen van Bionet.

Zwermende vleermuizen inspecteren winterverblijven
Vleermuizen gebruiken hun winterslaapplaatsen niet alleen in de winter. Ze gaan er ook zwermen: vleermuizen uit verschillende kolonies of groepen vliegen er heen, gaan er dan druk rond fladderen en ontmoeten er dan hun paringspartners. In een recente publicatie van de hand van Jaap van Schaik , René Janssen, Thijs Bosch, Anne-Jifke Haarsma, Jasja J. A. Dekker en Bart Kranstauber wordt aangetoond dat de soortsamenstelling van de dieren die zwermen bij winterverblijven en die er winterslaap houden verband houden met elkaar. Dit betekent dat een verstoring in het ene seizoen, een groot effect kan hebben op het andere. Zowel paring als de overleving in de winter zijn van levensbelang voor het voortbestaan van de vleermuispopulaties. Hierdoor is het dus noodzakelijk dat winterverblijven ook in de paartijd beschermd gaan worden.

Een bijzonder gedrag van vleermuizen tijdens het najaar is zwermen. Al vliegend voor de opening van potentiële winterverblijf wordt er in grote aantallen door en langs elkaar gevlogen. Dit zwermen gebeurt op allerlei plekken, waaronder bij de mergelgroeven in Limburg. Lang was er discussie onder vleermuisonderzoekers welke functie dit zwermen had. Vaak werd gesuggereerd dat het zwermgedrag enkel was om te paren, want bij het zwermen gevangen dieren bleken seksueel actief te zijn en zwermen werden parende dieren waargenomen.

Recent gepubliceerd onderzoek in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE toont aan dat zwermgedrag en winterslaap met elkaar verbonden zijn. Het laat daarmee zien dat er een correlatie is tussen zwermen bij en winterslaap in een winterverblijf. Dit zou kunnen betekenen dat het zwermen een rol speelt bij het ontdekken van en delen van informatie over winterverblijven en de mate waarin een winterverblijf wordt gebruikt.

Het gepubliceerde onderzoek vergelijkt de vangsten van 66 nachten onderzoek met mistnetten voor ingangen van groeven met de tellingen van winterslapende dieren van dezelfde groeves die gedaan zijn door vrijwilligers van het Meetnet Wintertellingen van de Zoogdiervereniging. Uit deze vergelijking blijkt dat de samenstelling van de soorten in de zwermfase en de overwinterende dieren overeenstemmen.

Vleermuizen kiezen dus zeer waarschijnlijk voor een zeer specifiek winterobject om de kwetsbare winterperiode door te komen op basis van bepaalde eigenschappen. Het onderzoek toont daarnaast aan dat door zwermende dieren te vangen, het mogelijk is in te schatten welke vleermuissoorten in welke samenstelling een winterverblijf gebruiken om te overwinteren.

Verschil in eigenschappen van winterverblijven blijken verschillende samenstellingen van vleermuizen aan te trekken, waarbij de diversiteit van winterverblijven van belang is voor de soortenrijkdom. Omdat zwermen en winterslaap zo sterk aan elkaar gebonden zijn, moet niet alleen de winterslaapperiode, maar ook het zwermen ongestoord kunnen gebeuren om vleermuizen te beschermen.

Het onderzoek toont daarnaast nog maar eens aan dat verschillende vleermuissoorten verschillende zwermperiodes hebben. Daarom is het van belang vanaf eind juli tot half oktober bij zwermplaatsen tussen 22:00-2:00 rust te hebben en dat deze plaats donker is. De meeste vleermuissoorten zijn namelijk lichtschuw.

Het artikel is gratis te lezen via de volgende link:
http://dx.plos.org/10.1371/journal.pone.0130850

Voorjaar goed van start

Het voorjaar is onderweg. Dit voorjaar en deze zomer zal Bionet Natuuronderzoek vooral druk zijn met het afronden van het onderzoek naar wilde katten, een onderzoek naar muizendichtheden in verschillende typen graslanden in relatie tot haar beheer en het jachtgedrag van kerkuilen & torenvalken alsmede met het laatste jaar wespendievenonderzoek. Daarnaast wordt er ondersteuning geboden bij twee onderzoeken naar habitatgebruik van Rode wouwen in de Oostkantons (B) alsmede in Noord-Luxemburg (L.). In augustus wordt nog een vleermuisonderzoek uitgevoerd. Enkele kleinere vleermuisonderzoeken alsmede ecologische begeleiding in het kader van de F&F- wet wordt tussendoor geboden.

Bellen of mailen voor een offerteverzoek kan altijd. Indien het niet past, adviseer ik graag een passende collega.