Studie vleermuizen Echt-Susteren en windenergie

In 2022 is het rapport afgerond van een verkennende studie naar de verspreiding en vlieggedrag van verschillende vleermuissoorten in de gemeente Echt-Susteren in verband met eventuele windenergieplannen. Het is hier te downloaden:

https://www.bionetnatuur.eu/wp-content/uploads/2023/01/Verkennende-studie-van-vleermuissoorten-in-de-gemeente-Echt-Susteren.pdf

Tips bestrijding Aziatische hoornaar in Nederland

Vanuit imkerverenigingen merken we dat er veel behoefte is naar informatie “hoe te starten” om te zorgen dat we met z’n allen de opmars en verdichting van de Aziatische hoornaar kunnen stoppen. Daarvoor het het voorkomen dat er nieuwe koninginnen uitvliegen in het najaar de enige mogelijkheid. Naast dat de Aziatische hoornaar als invasieve exoot een bedreiging is voor de imkerij, is deze soort ook een gevaar voor inheemse insecten.

Natuurlijk is het super dat er zoveel mensen mee aan de slag willen! Dit overzichtskaartje geeft aan waar in 2022 er waarnemingen zijn gedaan. Door op de hokjes te klikken, krijg je meer info over die waarnemingen daar. Door de datum aan te passen, kun je de waarnemingen van dit jaar te zien krijgen. Deze link is voor het jaar 2023.

Enkele tips voor als jullie (ook) aan de slag willen gaan:
1) Kijk met z’n allen tijdens een “imkercafé” naar de bijvoorbeeld de webinar die Daan Drukker, Rob Voesten, Theo Zeegers en René Janssen in opdracht van de Provincie Limburg (ism IVN) en later voor NBV (te zien in het NBV ledengedeelte). hebben gegeven: de handout van deze powerpointpresentatie is hier te vinden: en een document met de gestelde vragen en hun antwoorden nav bovenstaande presentatie zijn hier te vinden.
Het artikel dat we schreven voor Bijenhouden 2022(4) is hier te vinden. Een overzicht van de informatie voor Nederland is ook te vinden op de speciale pagina over Aziatische hoornaars van de NBV.
2) zorg dat in het voorjaar (eind feb/ begin maart) de rondvliegende koninginnen worden gevangen. Let op: Europese hoornaars hoeven echt niet dood! Dit gebeurd vaak in blinde paniek en is nergens voor nodig. De vallen zijn zelf te maken, zoals via deze link met ook daarbij veel meer informatie en ook deze link te vinden is. Ook (deels) zelf printen is een optie.
3) zorg dat lokaal in de media bekend is dat Aziatische hoornaars embryo nesten maken in schuurtjes en vogelhuisjes. Laat mensen die melden; deze nesten moeten bestreden worden wanneer de koningin erin zit (anders heeft het geen nut en maakt ze een nieuw nest). Dit it tot ongeveer half juni, daarna zoeken ze vaak een boom op om en groot nest te maken. Meldingen laten stroomlijnen via Waarneming.nl gaat het handigste. Daarvoor kan iedereen dit aanmeldformulier gebruiken; een foto toevoegen is werkelijk handig omdat anders validatie nauwelijks te doen is. De waarnemingen zijn hier te bekijken en te sorteren per datum en provincie:
4) bij meldingen van Aziatische hoornaars: maak de werksters van de Aziatische hoornaar niet dood, die heb je nodig het nest te vinden! Zoek dan ook het nest, dat zorgt voor het stoppen van aanvallen op bijenkasten maar nog belangrijker: geen verspreiding van de soort uit dat nest! Dit nest kan zoals gezegd in (spouwmuren en daken van) gebouwen, nestkasten en schuurtjes zijn, maar vanaf eind juni ook hoog in de boom (en masten, lantaarnpalen en aan gebouwen). Samen zoeken kan sneller gaat. Door het ophangen van wiekpotten waar dieren zijn gezien (rottend fruit, klimop, sneeuwbes, honingdauw), heb je ze sneller op een wiekpot. Een wiekpot kan Trappit (R) of een mengels van pils/witte wijn/suiker in 2:2:1 gedaan worden. De rieren vangen en ze op het lont van de wiekpot zetten kan ook. Het voordeel van een wiekpot is, dat je de wiekpotmethode kan gebruiken. Merk daarbij de dieren met een acrylstift, bijenmerkstift of bijenmerkjes en meet de tijd hoe lang het duurt voordat een dier terug is. De eerste meting zegt niets; dan is het dier vooral ook aan het poetsen geweest. Daarna is de steleregel 1 minuut is ongeveer 100 meter, maar 8.5 minuut kan ook 1.4 km zijn. Informatie over Aziatische hoornaars van het VBI met de wiekpotmethode en hopelijk ook snel de Verplaatsingsmethode (dier steeds verplaatsen, loslaten en ophalen op oude plek) goed uitgelegd. In een pilot voor de Provincies Noord-Brabant en Limburg is onder meer de inzet van zenders in 2022 getest en succesvol bevonden door Rob Voesten van NatuurlijkRob en René Janssen van Bionet Natuuronderzoek. Deze inzet heeft 28 nesten opgeleverd met zenders van 0.15gr (14 nesten) & 0.18gr (2 nesten) Nanopin van Lotek (aan te zetten met een bij te kopen activator; oogjes er zelf aanlijmen); 0.26gr (6 nesten) (oogjes zitten er al aan) en 0.32gr (4 nesten) (oogjes er zelf aanlijmen) zenders van Telemetrie-Service Dessau.
5) Voor het uitwisselen van informatie en tips uit Nederland, is de Facebookgroep Opsporing Aziatische hoornaar Nederland handig; alsook die van Vespawatchers omdat ze in Vlaanderen al veel meer nesten hebben (en dus meer overlast en daarmee ook meer ervaring met de soort.
6) Het bestrijden van nesten is niet eenvoudig. Draag altijd beschermende kleding (een hoornaarpak; een imkerpak biedt vaak onvoldoende bescherming), een bril tegen gifspuiten in de ogen en een helm (tegen prikken in je hoofd door je pak en dikkere rubberhandschoenen. Leren bijenhandschoenen zijn onvoldoende. In 2022 zijn de meesten nesten eerst afgezogen met een Milwaukee accurugzakstofzuiger, waarna we het nest afzaagden en deze in de ging om daarna ook de koningin te kunnen doden. Door de hitte sterven de Aziatische hoornaars in de accustofzuiger. Eén volle accu is nodig voor een groter nest. Zorg altijd voor een reserve binnen handbereik. Ook hebben we gebruikgemaakt van een tot 32m uitbreidbare lans van AirAdik met Diatomeeenaarde wat tevens een vorm van mechanische bestrijding is.

Wasbeeronderzoek 2018

In opdracht van de provincie Limburg heeft Bionet in 2018 een grootschalige cameravalstudie uitgevoerd om wasberen vast te stellen. Tevens zijn databases geraadpleegd en keyholders geïnterviewd. De combinatie van deze opzet gaf een goed beeld van het voorkomen van de Wasbeer; gefragmenteerd met twee hotspots. Het rapport is via deze link te downloaden.

Vleermuizen tellen voor herstellingen in groeves

Een groot aantal groeves is tegenwoordig afgekeurd voor het tellen van vleermuizen. Hierdoor kunnen vleermuizen niet meer gemonitord worden in Natura2000- gebieden die voor deze soorten zijn aangewezen. Eén van de mogelijkheden is de groeves aan te passen zodat ze weer goedgekeurd kunnen worden zodat vleermuistellers er veilig kunnen tellen en vleermuizen er veilig kunnen hangen.

Dit is de reden dat Bionet Natuuronderzoek en Batweter Advies in februari 2018 Het Houbenbergske, de Koelenbosch en de Schoorberg hebben geteld, zodat na vele jaren van geen tellingen bekend werd welke zones belangrijk zijn voor vleermuizen en daarmee aangepakt dienen te worden.

In 2018 is het niet gelukt de Koelenbosch geheel aan te passen, waardoor er in 2019 een tweede telling nodig is om de juiste werkzaamheden uit te voeren.

Nieuwe kraamkolonie ingekorven vleermuis voor Vlaanderen

Vanaf 2013 zoeken we op een laag intensieve schaal naar de kraamkolonie ingekorven in oostelijk Limburg. We hadden al jaren de indruk dat die er zou moeten zitten, maar meerdere pogingen in verschillende jaren eindigde in kleine verblijven met 1, 1, 1, 1, 2 tot 15 dieren, maar de grote groep vonden we niet.

Hetzelfde voor de omgeving Bokrijk. Ook hier meermaals kleine groepjes als satelieten van een groter verblijf, maar nooit de grote groep.

In opdracht van het ANB hebben we afgelopen maandagavond een simultaan vangstavond georganiseerd. Op vier plekken vingen we, op één was het raak. Twee dieren werden van een zender voorzien en die nacht gevolgd voor het habitatgebruik. Eén dier vloog daarbij tot 5 kilometer ver. Niet heel ver voor een ingekorven (19km als dagelijkse woon-foerageerafstand komt voor), maar toch ook niet slecht. Zij deed daarbij meerdere stallen aan en foerageerde ook in verschillende bosjes. Daan’s glazen bol voor het juiste dorp waar de kolonie zou huizen was geheel juist! De foto (58 dieren) en een tweede kleinere groep aan een andere balk maakt deze kolonie met juvenielen op (minstens) 80 dieren.

In de omgeving van Bokrijk wilde het niet lukken een ingekorven vleermuis te vangen; mogelijk/ waarschijnlijk is dit meer een “spinnenkolonie” dan een “stallenkolonie”.

Vanavond hopen we de Alken/ Wellen – Diepenbeek/ Bokrijk kolonie toch nog te gaan vinden in een “ultieme poging”. Omdat mogelijk door klimaatopwarming deze vleermuissoort in aantal flink toe neemt en misschien daardoor gemakkelijker te vinden is, heb ik extra goede hoop dat het dit jaar toch nog gaat lukken!

Zoogdieren langs beeklopen, oehoes en vossenlintworm

In de winter en het voorjaar van 2018 heeft Bionet Natuuronderzoek onderzoek gedaan naar Zoogdieren langs beeklopen, naar het broedsucces van oehoes in Limburg en aangrenzend gebieden en naar vossenlintworm. De aankomende maanden zijn we bezig met verschillende grootschalige vleermuizenonderzoeken voor verschillende opdrachtgevers in Nederland en Vlaanderen alsmede met onderzoek naar rode wouwen in België en Luxemburg. Ook het onderzoek naar oehoes loopt deze zomer door.

Vleermuizen geen last van geluid Airforce Festival

Deze zomer heeft Bionet Natuuronderzoek met hulp van een heel team vleermuisonderzoekers onderzoek gedaan naar het gedrag van vleermuizen op en rond het voormalig vliegveld Twenthe voor, tijdens na het Airforce Festival. Het onderzoek was gericht op drie soorten vleermuizen die het meest gevoelig zijn voor geluidsverstoring. Van deze soorten werd vooraf aangenomen dat deze op de Lonnekerberg (ten oosten van het festivalterrein) aanwezig zouden zijn: de gewone grootoorvleermuis, de vale vleermuis en de Bechsteins vleermuis. De Bechsteins vleermuis is niet aangetroffen. Van de vale vleermuis zijn slechts enkele exemplaren aangetroffen. Van de gewone grootoorvleermuis zijn enkele tientallen exemplaren aangetroffen.

Vleermuizen gezenderd
De gevangen vleermuizen zijn van een lichtgewicht zender voorzien. Gedurende de avonden en nachten vóór, tijdens en na het festival zijn de dieren in hun terreingebruik gevolgd. De conclusie van dit monitoringsonderzoek is dat ook deze specifieke, uiterst geluidgevoelige vleermuissoort zich niet anders gedraagt tijdens het festival dan daarvoor en daarna. Ze verlaten ook tijdens het festivalgeluid na zonsondergang hun verblijfplaatsen, foerageren ook in de directe omgeving van het festivalterrein en keren weer terug naar hun verblijfplaatsen. Het onderzoek wijst uit dat de verstoring van bijzondere vleermuissoorten door de tijdelijke geluidstoename, zoals tijdens het Airforce Festival, is uitgesloten.

Het rapport met de uitkomsten van dit onderzoek is via deze link te downloaden.

Vleermuisveldseizoen (weer) in volle gang

De maanden mei, juni en juli staan de vleermuisonderzoeken weer vol op het programma. Eén van een langjarig lopend project voor SEVON dat wordt uitgevoerd is een onderzoek naar het gebruik van vleermuizen in boomgaarden. Doel is vleermuizen optimaal in te zetten tegen plaaginsecten voor fruittelers. Ook vind er een nieuwe zoektocht plaats naar de Brandts kolonie van 122 dieren in het Aachenerwald.
Daarnaast vindt er een grootschalig onderzoek plaats naar habitatgebruik van Bechsteins, vale en gewone grootoorvleermuis en een project naar vleermuizen in nieuwe stallen voor Regionaal Landschap Voorkempen. Zoals al enkele jaren wordt ook dit jaar kosteloos hulp verleend aan het Mopsvleermuisonderzoek in het Waasland.

Bionet breidt team uit

Door een toename aan projectaanvragen kwam er ruimte om ons team uit te breiden. Robert Delbroek is daardoor vandaag in dienst getreden bij Bionet Natuuronderzoek. Hij is een gekwalificeerde medewerker die door zijn ervaring Bionet versterkt op het gebied van zoogdier- en vogelonderzoek. Door zijn kennis en ervaring op het gebied van het beheren van velerlei natuurdoeltypes, de inzet van beheermaatregelen en zijn ecologische kennis van insecten en planten zorgt hij daarnaast voor verbreding.

Robert is te bereiken via deze link.

Cocktail van pesticiden gevonden in vleermuizen

In ingekorven vleermuizen hebben onderzoekers een cocktail van 14 verschillende pesticiden gevonden, van insecten-, schimmel- tot onkruidmiddelen. Dat blijkt uit onderzoek van Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM). Het grootste deel komt waarschijnlijk uit houten balken waar ze in de zomer aan hangen op hun kraamverblijfplaats. Een ander deel betreft gewasbeschermings- en anti-vliegenmiddelen, die ze waarschijnlijk via het voedsel binnen krijgen. Het is onduidelijk of de middelen in deze concentratie schadelijk zijn voor de dieren.

De cocktail
In dode individuen en mest van de ingekorven vleermuis zijn ‘klassieke’ insecticiden zoals DDT en permethrin zijn aangetroffen, maar ook de neonicotinoïden imidacloprid en thiametoxam, de herbiciden mecoprop en nicosulfuron, en fungiciden zoals iprodion en propiconazool. Pesticiden, zoals imidacloprid, propoxur, thiamethoxam, nicosulfuron en iprodion zijn nog niet eerder gerapporteerd in vleermuizen. In de meeste, ook recente studies, worden vooral ‘klassieke’ pesticiden gemeten die of al lange tijd niet meer zijn toegelaten als gewasbeschermingsmiddel (zoals DDT en lindaan) of alleen nog als biocide (permethrin).

Gevaarlijk?
Het is niet aan te geven in welke mate de gevonden pesticiden een negatief effect hebben op de vleermuizen. De gevonden concentraties zijn niet acuut dodelijk voor de vleermuizen, maar chronische effecten, bijvoorbeeld op het zenuwstelsel of de reproductie zijn niet uit te sluiten. Permethrin – een houtverduurzamingsmiddel – is in relatief hoge concentraties aangetroffen.

Waar komen de pesticiden vandaan?
De meeste pesticiden komen waarschijnlijk via het hout in vleermuizen terecht. De houten balken van drie verblijfplaatsen waar de vleermuizen verblijven bevatten 19 verschillende pesticiden, waarvan er negen in dode vleermuizen en vleermuizenmest is aangetroffen. Het hout is behandeld (‘verduurzaamd’) met deze pesticiden.

Het is aannemelijk dat ook anti-vliegenmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen in vleermuis(mest) terecht komen. De ingekorven vleermuis vangt vaak vliegen in stallen.

Opvallend is dat er ook een herbicide (nicosulfuron) en een fungicide (iprodion) in de vleermuis(mest) gevonden zijn, die niet in het hout zijn aangetroffen.

Wat nu?
CLM adviseert om een brede screening uit te voeren naar de aanwezigheid van pesticiden in dieren. Vleermuizen zijn hiervoor een geschikte groep omdat zij predator zijn, veel insecten op een nacht eten en zij daardoor pesticiden kunnen accumuleren.

Ook dient het gebruik en het ontwikkelen van alternatieven voor houtverduurzamingsmiddelen en anti-vliegenmiddelen gestimuleerd te worden. Er is nauwelijks iets bekend over de mate van giftigheid en de (sub)lethale effecten van pesticiden op vleermuizen. Gezien het grote aantal gevonden stoffen is het gerechtvaardigd om in de toelatingsbeoordeling van middelen meer aandacht te besteden aan mogelijke effecten.

Het rapport Vleermuizen en pesticiden is via deze link de downloaden als (pdf)